Op kantoor is hij de steunpilaar, een collega waar je op kunt bouwen.Hij is degene die inspringt als het uit de hand dreigt te lopen. Als de werkdruk zo oploopt dat collega’s het overzicht dreigen kwijt te raken is hij degene die probeert orde op zaken te stellen, de ander ontlast en zich inzet voor kantoor en de kwaliteit van het werk. Hij werkt al lange tijd samen met zijn collega’s en voelt zich vertrouwd met hen, hij vindt het fijn om de helpende hand te bieden, ook tijdens de bekende periodes van hoge werkdruk wat bij een groot deel van zijn collega’s leidt tot werkstress.
Hij kijkt al tijden zeer betrokken en kritisch naar het reilen en zeilen op kantoor en inventariseert hoe zaken nu lopen. Het is hem wel duidelijk dat problemen zich vaak al ver van tevoren aandienen. Is de werkstress van de afgelopen jaren het nieuwe normaal geworden? Werk-Privé balans, het is makkelijker uit te spreken dan toe te passen. Om hier op te kunnen anticiperen heeft hij ook ideeën aangedragen en een aantal hiervan uitgebreid besproken met collega’s en voorgelegd aan zijn werkgever, hij is niet over één nacht ijs gegaan.
Nu is het echt niet zo dat hij voor al deze inspanningen beloond wil worden, op de voorgrond treden of schouderklopjes wil krijgen maar….
enige aandacht en waardering van de werkgever voor al zijn inspanningen is wel op zijn plaats. Hij mist de loyaliteit van zijn werkgever en baalt van de lichtzinnige manier waarop met zijn goede ideeën wordt omgegaan, heeft het nu de schijn of gaat zijn werkgever hem nu ook nog uit de weg?
Hij piekert ’s nachts, twijfelt en vraagt zich af hoe de werkgever over hem denkt. Liever krijgt hij nog minder positieve reacties op al zijn ideeën en zijn inzet dan de stilte die er nu is. Ja hij heeft een goed salaris en is blij onderdeel uit te maken van dit team, daar zit de onvrede niet maar veel meer zit zijn irritatie bij de lichtzinnigheid waarop zijn werkgever omgaat met hem en zijn ideeën.
Duidelijkheid over de verwachtingen die er leven zijn belangrijk voor hem. Oh ja hij komt zelfverzekerd over, laat zien dat hij alles in de hand heeft maar wat maakt hem nu zo onzeker, waarom twijfelt hij zo.
Wat hem kan helpen is:
– onderscheid te maken tussen de realiteit en fantasie. Wat gebeurt er nu echt, in hoeverre ligt de focus op wat er werkelijk gezegd wordt in plaats van wat er eventueel bedoeld wordt;
– zijn ideeën duidelijk voor het voetlicht brengen, bij collega’s en zijn werkgever. Teveel zekerheid willen, niet in twijfels verstrikt raken, de twijfel en onzekerheid verder onderzoeken, de moed vatten om te praten over jezelf en je ideeën, steeds meer vertrouwen krijgen in jezelf;
– controle willen hebben niet overal het antwoord op is.
Samenvattend: door veel meer te vertrouwen op zijn kennis, kunde, initiatieven en zich minder afhankelijk te maken van de bevestiging van anderen groeit zijn vertrouwen in zichzelf en de mensen om hem heen.
Wat kan er voor hem nog fout gaan….
Rianne Raat